Ik kom, zeker in reactie op wat ik schrijf en deel, regelmatig mensen tegen die het ontzettend belangrijk vinden om anderen te helpen. Met iemand willen helpen is natuurlijk ook niks verkeerd. Anderen helpen en door anderen geholpen worden is wat ons vooruit helpt. Maar altijd voor anderen klaar staan kan ook zo dominant worden dat dat het enige is wat nog belangrijk lijkt.
Wanneer iemand zich (bijna) alleen nog maar nuttig voelt wanneer hij of zij een ander kan helpen, is er meer aan de hand dan onze gezonde wil om iemand bij te staan. Je bent dan terecht gekomen in de familierol van de helper of de redder.
Hoe je dit bij jezelf of een ander kunt herkennen.
Wat ervoor heeft gezorgd dat je deze rol op je hebt genomen.
En welke stappen je kunt zetten om ook weer beter voor jezelf te gaan zorgen.
Ontdek je hier.
We groeien niet allemaal op in een gezin waar we vrij zijn om onszelf te zijn en onszelf te ontdekken. Waar we liefde en waardering krijgen ongeacht welke kant van onszelf we laten zien. Wanneer je opgroeit in een gezien waar dit niet aan de orde is, groei je op in een zogenaamd disfunctioneel gezin. Een gezin waar onvoldoende ruimte is voor jou als kind. Waar je je niet gezien, gehoord en geliefd voelt voor wie je bent.
Om je in een dergelijk gezin toch geliefd en veilig te kunnen voelen, besluit je (vaak onbewust) om een deel van jezelf op te geven en je zo te gaan gedragen, zodat je zoveel mogelijk liefde en waardering krijgt. Je neemt een zogenaamde familierol aan.
Eén van deze rollen is de helper of de redder.
De helper en redder als kind
Als kind horen we op te groeien in een huis met onvoorwaardelijke liefde. Dan voel je je als kind veilig en vrij om te ontdekken wie je zelf bent. Helaas zijn niet al onze ouders daartoe in staat, waardoor we al snel leren hoe we niet en vooral ook hoe wel moeten zijn.
Wanneer hoe je moet zijn heel sterk aanwezig is kun je als kind niet anders dan je daar volledig op aanpassen. En dat is dan ook hoe de helper en de redder ontstaan.
Als kind groeide je op in een huis waar veel hulp nodig was. Je ouders hadden het bijvoorbeeld ongelofelijk druk en konden wel een handje gebruiken. Of je had te maken met een zieke ouder of broer of zus. Of met een ouder die worstelde met verslaving of psychische problemen.
Gewoon kind zijn kon je niet, want je kon niet de tijd en aandacht vragen die jij als kind nodig had. Liefde en waardering ontving je niet. Je had eerder het gevoel dat je in de weg liep.
Wat je wel leerde, door ervaringen uit het verleden, is dat het op prijs werd gesteld wanneer je thuis meehielp.Â
Door te helpen in het huishouden.
Te helpen met de verzorging van het zieke gezinslid.
Door de zorg voor je broertjes en zusjes op je te nemen.
Et cetera.Â
Daar werd positief op gereageerd. Dan kreeg je wel even tijd en aandacht. Liefde en waardering.
Onbewust nam je de overtuiging aan dat je alleen liefde waard bent, wanneer je anderen helpt.
De helper of redder in je werd geboren.
De helper en redder worden volwassen
Net als alles wat we in onze kindertijd leren, nemen we ook deze rol mee naar ons volwassen leven. Als een warm beschermend jasje blijft het bij je.
Daarom sta je ook als volwassene nog steeds voor iedereen klaar. Altijd wil je anderen helpen en je voelt je dan ook, misschien onbewust, verantwoordelijk voor de problemen van anderen. Je voelt feilloos aan wie hulp nodig heeft.
Dit lijkt natuurlijk ontzettend goed en nobel. Anderen helpen wordt zeker gezien als een goede eigenschap om te hebben. Wanneer het echter zo’n sterke vorm aanneemt, help je alleen niet omdat je zo graag wilt helpen, maar omdat je dat voor jouw gevoel moet.
Hieronder zit namelijk een noodzaak. Niet alleen omdat de ander dat nodig heeft, maar ook omdat jij het nodig hebt om je waardevol te kunnen voelen. Je gelooft namelijk nog steeds dat je er alleen toe doet en alleen liefde waard bent, wanneer je nuttig bent.
Doordat je zo alert bent op waar hulp nodig is, wacht je ook niet altijd totdat iemand jou om hulp vraagt. Je biedt jouw hulp al aan, of dringt zelfs aan om te helpen, nog voordat de ander hiervoor open staat. Vaak levert dit dan vooral frictie op.
Wat je mogelijk ook herkent is dat je veel mensen in je leven hebt, die jouw hulp goed kunnen gebruiken. Meer dan andere mensen lijken te hebben. Dit komt doordat jouw behoefte om je nuttig te voelen, je vooral naar hulpbehoevende mensen trekt en je je meer met hen verbonden voelt.
De helper of redder zie je dan ook vaak in beroepen waar veel hulp van ze wordt gevraagd. Denk aan artsen en verplegers. Aan coaches en therapeuten. Veel, niet alle natuurlijk, hebben ook deze rol in zich zitten.
Dit merk je als helper of redder
1) Je moet helpen
Het voelt alsof je niet anders kan. Net als iedereen heb jij namelijk de behoefte om je gezien en gewaardeerd te voelen. Maar voor jouw gevoel is dit alleen mogelijk wanneer je anderen helpt. Alleen dan ben je waardevol en dus voel je de sterke drang om anderen te helpen.
2) Je kunt geen nee zeggen
Wanneer iemand bij je op de stoep staat en vraagt om je hulp, dan lukt het je niet om nee te zeggen. Waarschijnlijk komt het niet eens in je op. Het maakt niet uit wat er nog op je eigen todo-lijstje staat of hoe moe je bent, je staat meteen klaar.
Onbewust ben je namelijk bang dat de ander je niet langer aardig zal vinden wanneer je niet zou helpen. En die waardering, die heb je toch echt nodig.
Kun je toch echt een keer niet?
Dan voel je je natuurlijk enorm schuldig.
3) Je overschrijdt je eigen grenzen
Want je gaat echt tot het uiterste om anderen te helpen en neemt daarbij makkelijk meer op je dan je aankunt. Je loopt dan ook het risico op oververmoeidheid. Een burn-out is de helper of redder ook niet vreemd.
4) Je verwaarloost je eigen behoeften
In jouw ogen gaat de ander altijd voor. De hulpvraag van de ander is altijd belangrijker dan wat jij op dat moment nodig hebt. Er is geen ruimte en tijd meer voor jou. Misschien voelt het zelfs onveilig om die ruimte voor jezelf te maken. En daarom is er altijd wel iemand die jouw hulp nodig heeft.
5) Er is een onbalans tussen geven en ontvangen
En deze is lastig, want deze werkt twee kanten op.
Je staat altijd voor iedereen klaar omdat je op zoek bent naar waardering, maar wanneer je die waardering krijgt, bijvoorbeeld in de vorm van een dank je wel, dan vind je het ook moeilijk om die aan te nemen. Het is toch al snel: ‘Graag gedaan, maar het was niks joh!’
Wat ook kan is dat er een emotionele bankrekening ontstaat, waar jij voor jouw gevoel veel voor anderen opzet. En terwijl jij die emotionele bankrekening blijft vullen, komt er voor jouw gevoel weinig terug. Je staat altijd voor anderen klaar, maar zij niet voor jou.
Het kan natuurlijk dat je mensen helpt, die geen ruimte hebben om jou te helpen. Ze hebben immers niet voor niets jouw hulp nodig. Maar het kan ook zijn dat je hulp aanbiedt aan mensen die hier zelf niet om hebben gevraagd. Die jouw hulpaanbod zelfs als opdringerig ervaren hebben. En ja, zij zullen minder snel klaar staan om jou te helpen.
6) Als je niet oppast hou je de hulpvraag in stand
Je hebt het nodig om nodig te zijn en nodig te blijven.
Hoewel het frustrerend kan voelen wanneer er niet naar je advies geluisterd wordt en iemand steeds weer met dezelfde hulpvraag zit, betekent het wel dat je kunt blijven helpen.
Door steeds te blijven helpen, ontneem je de ander mogelijk de ruimte om zichzelf te redden. Is er voor hen geen intentie om zelf een oplossing te vinden.
Of je komt terecht in een situatie waar hulp lijkt op hulp maar dit eigenlijk niet is. Waar je dingen voor de ander oppakt, die het ongezonde gedrag juist in stand houden.
Soms is de beste manier om te helpen, door juist niet te helpen.
De gezonde helper in jezelf wakker maken
Iemand willen helpen is niet verkeerd, zolang het willen is en niet moeten. Om daar, als notoire helper te kunnen komen, is het belangrijk om je te realiseren dat:
1. Je niet altijd hoeft te helpen.
Het is nu misschien nog moeilijk te geloven, maar je bent ook waardevol en liefde waard als je niet altijd voor iedereen klaar staat.
2. Je mag anderen te ruimte geven om zichzelf te helpen.
Dit geldt voor de mensen die jij jouw hulp aanbiedt zonder te wachten op hun vraag, maar zeker ook voor de hulpvrager die telkens met hetzelfde probleem lijkt te zitten.
Er komt een punt waarop de ander zelfredzaam mag worden (daar waar mogelijk natuurlijk) of waar het niet langer jouw verantwoordelijkheid is, als het dat überhaupt al was.
3. Je niet iedereen kunt helpen.
Om geholpen te kunnen worden, moet de ontvanger namelijk ook geholpen willen worden. Voor veel voelt het alleen veel makkelijker en veel veiliger om in de slachtofferrol te blijven zitten en de hulp van anderen te blijven ontvangen. Wanneer de ander bewust of onbewust niet geholpen wil worden, zal er niks veranderen. Bespaar jezelf deze frustratie.
4. Leer voor jezelf zorgen.
Want door altijd klaar te staan voor anderen, vergeet je één heel belangrijk persoon die ook jouw hulp nodig heeft. Die ook behoeftes en verlangens heeft. Namelijk jijzelf!
Daarom mag je ervoor kiezen om iedereen om je heen wat minder te gaan helpen, zodat je jezelf meer kunt helpen. En misschien zal het je nog verbazen dat je, door eerst voor jezelf te zorgen, de ander nog beter kunt helpen.
Jouw innerlijke helper bevrijden
Lieve lezer, je bent niet alleen waardevol wanneer je jezelf nuttig maakt. Dat heb je als kind geleerd, doordat je opgroeide in een gezin waar je alleen gezien werd wanneer je hielp. Maar dit is niet waar. Er is zoveel meer waarom jij gewaardeerd en geliefd wordt, ook al konden jouw ouders je dit niet laten zien.
Laat de gedwongen helper in jezelf los, zodat je een gezonde helper kunt worden.
De helper die weet wanneer zijn of haar hulp echt nodig is en die voelt hoeveel zij of hij echt kan geven.
De helper met een gezonde balans tussen geven en ontvangen.
Tussen zorgen voor een ander en zorgen voor jezelf.
De helper die wil helpen in plaats van moet.