We lopen allemaal tegen situaties in ons leven aan die niet gaan zoals we graag zouden willen. Vaak veroorzaakt door gewoontes die ons in de weg zitten en overtuigingen die niet bepaald meewerken. Regelmatig geven we dan ook onszelf de schuld als er iets verkeerd gaat.
Je had immers beter je best kunnen doen.
Meer zelfdiscipline kunnen hebben.
Minder onzeker kunnen zijn.
Jezelf minder klein kunnen houden.
Niet te lang uit moeten stellen.
Het voelt zo makkelijk om jezelf hiervan de schuld te geven. Je deed het immers zelf. Maar wist je dat de manier waarop jij situaties aanpakt, niet komt doordat jij het met opzet verkeerd doet? De bron hiervan ligt namelijk verder in het verleden dan jij denkt.
In dit artikel:
- Terug naar jouw kindertijd
- Jouw belemmerende overtuigingen zijn aangeleerd
- Jouw overtuigingen hebben jou gevormd tot wie jij vandaag bent
- Jouw ouders hadden het beste met je voor
- Overtuigingen worden generatie op generatie doorgegeven
- Zit je dan voor altijd vast in je belemmerende overtuigingen en gewoontes?
- Zo doorbreek je de cirkel
- Blijf jouw belemmerende overtuigingen uitdagen
In dit artikel:
- Terug naar jouw kindertijd
- Jouw belemmerende overtuigingen zijn aangeleerd
- Jouw overtuigingen hebben jou gevormd tot wie jij vandaag bent
- Jouw ouders hadden het beste met je voor
- Overtuigingen worden generatie op generatie doorgegeven
- Zit je dan voor altijd vast in je belemmerende overtuigingen en gewoontes?
- Zo doorbreek je de cirkel
- Blijf jouw belemmerende overtuigingen uitdagen
Terug naar jouw kindertijd
Of we volledig tabula rasa, onbeschreven, ter wereld komen, is een punt van discussie. Ik denk ook dat niemand van ons dat zeker kan weten.
Elke baby heeft wel zijn eigen karaktertrekjes. De ene baby lacht bijvoorbeeld meer dan de andere. Een andere huilt meer. De ene baby is heel energiek, de ander veel rustiger. Maar wat geen van deze baby’s heeft zijn belemmerende overtuigingen en zelf-saboterende gewoontes.
Deze overtuigingen en gewoontes leer je jezelf aan in je kindertijd.
Niet om jezelf in de weg te zitten, maar juist om als kind je leven makkelijker te maken. Jezelf te beschermen. En de wereld begrijpelijker te maken.
Jouw belemmerende overtuigingen zijn aangeleerd
Je bent dingen over jezelf en de wereld om je heen gaan geloven omdat andere mensen jou dit vertelden. Als kind ben je ontzettend ontvankelijk voor de informatie die je wordt gegeven. Als een spons zuig je alles op. En in twijfel trekken kon je dit nog niet. Hierdoor ben je alles wat jou bewust en onbewust werd verteld, vooral door jouw ouders, gaan geloven.
Helaas niet alles wat je werd verteld en niet elke boodschap die onbewust jouw kant op werd gestuurd, was positief. Bij elke teleurgestelde zucht of kwade blik leerde je dat je dom, onhandig, te druk (et cetera) was. Elke keer dat je werd verteld dat je lui, onvoorzichtig, niet slim genoeg, verlegen was, kon je niet anders dan dit over jezelf geloven. Dat is de betekenis die jij aan deze signalen en woorden hebt gegeven.
Jouw overtuigingen hebben jou gevormd tot wie jij vandaag bent
Wat je over jezelf bent gaan geloven, heeft jou op verschillende manieren gevormd:
1) Hoe jij over jezelf denkt
Veel van de overtuigingen die jij in jezelf hebt opgeslagen zijn verre van positief. En het zijn juist de negatieve boodschappen waar jij jezelf mee bent gaan identificeren.
Je bent inderdaad gaan geloven dat je lui, dom, onhandig, onvoorzichtig of juist een angsthaas.
Je bent gaan geloven dat je inderdaad niks kunt, dat je niet sociaal of vriendelijk genoeg bent, of dat je niet zo behulpzaam bent als je zou moeten zijn.
Dit heeft een enorme impact op wat je van jezelf denkt.
Het maakt je onzeker.
Geeft je het gevoel dat je er niet bij hoort.
Dat je anders zou moeten zijn.
Niet goed genoeg bent.
2) De gewoontes die jij jezelf hebt aangeleerd
Je hebt jezelf allerlei gewoontes aangeleerd om vooral zo weinig mogelijk met de kant van jezelf die je negatief vindt, geconfronteerd te worden. Veel van jouw gewoontes zijn daarom eigenlijk overlevingsstrategieën. Tenminste, dat waren ze voor jou als kind.
Wilde je niet dom overkomen, dan is er een kans dat je jezelf hebt aangeleerd om altijd overal het meeste van te willen weten. Je wilt alles weten en begrijpen. Maar het kan ook zijn dat je juist nergens in wilt verdiepen en je verschuilt achter een nonchalant ach-maar-daar-weet-ik-toch-niks-van-masker.
Was je bang dat je niet lief genoeg was, dan heb je jezelf waarschijnlijk aangeleerd om altijd aan de wensen en behoeftes van een ander te voldoen. Grenzen bestaan niet voor je en ‘nee’ zeggen kan echt niet.
En uitstelgedrag? Betekent dat dat je lui bent?
Nee, uitstelgedrag komt voort uit angst. De angst dat je het niet goed genoeg kunt en fouten gaat maken. Je voelt je overweldigd door een taak waar je onzeker over bent. Het is de angst die je tegenhoudt, maar die tegelijkertijd ook een masker kan zijn. Want ja, als je wel op tijd was begonnen, dan was het natuurlijk veel beter gegaan.
Vrijwel elke zelf-saboterende gewoonte, heb je jezelf in eerste instantie aangeleerd om jezelf te beschermen.
3) Delen van jouw persoonlijkheid
Een deel van jouw persoonlijkheid heb jij jezelf aangeleerd. Hoe groot dat deel is, geen idee, maar er zijn karaktertrekken die jij jezelf hebt aangeleerd in antwoord op hoe jij dacht dat je moest zijn. Als je vaak hoorde dat je lui was, betekende dat blijkbaar dat je harder moest werken en heb je van jezelf een harde werker gemaakt. Maar ook als je ergens veel om geprezen werd, bijvoorbeeld hoe stil en lief je altijd was, ben je dit in jezelf gaan versterken.
Als kind kon je nog niet voor jezelf zorgen en was je volledig afhankelijk van je ouders of verzorgers. Intuïtief wist je dat je ze maar beter te vriend kon houden. Dan kon je er vrij zeker van zijn dat ze voor je bleven zorgen.
Dus deed je wat er van je werd verwacht. De eigenschappen waar je merkte dat je ouders of verzorgers niet zo blij mee waren, drukte je weg. De eigenschappen waar ze juist heel tevreden over waren, ging je overdrijven.
Ja, ook dit kan je in de weg zitten. Veel vrouwen hebben bijvoorbeeld last van het zogenaamde ‘Good girl’-syndroom, waar ze voor hun gevoel altijd vriendelijk, lief en behulpzaam moeten zijn. Ten koste van zichzelf. Ze mogen niet luisteren naar hun eigen behoeftes en verlangens.
Vergelijkbaar voor mannen is dit het ‘Tough guy’-syndroom. Altijd sterk zijn en nooit je kwetsbaarheid laten zien. Angst en verdriet mogen er niet zijn. Waardoor ze alle pijnlijke gevoelens en emoties, die we allemaal hebben, niet kwijt kunnen en opkroppen.
Jouw ouders hadden het beste met je voor
Tenminste, de meeste ouders hadden dat. Uitzonderingen daargelaten natuurlijk.
Ik kan me voorstellen dat als je het deel hiervoor hebt gelezen, je ergens boosheid op voelt borrelen.
“Zie je wel, het is allemaal hun schuld.
Zij hebben ervoor gezorgd dat ik zo ben.
Ze hadden beter moeten weten!”
Ik herken dit gevoel als geen ander. Op het moment dat ik ontdekte dat ik geen mislukkeling was, was ik woedend op mijn ouders. Zij hadden me dit over mezelf laten geloven.
Wat ik me alleen nog niet realiseerde, en wat jij mogelijk ook nog niet doet, is dat je ouders echt het beste met je voor hadden. Dat ze van je houden en jou de beste opvoeding hebben proberen te geven. Op de manier die hen het beste leek. Of op een manier waarvan zij ook niet beter wisten. Jouw ouders zijn mensen die hun best deden.
Overtuigingen worden generatie op generatie doorgegeven
Natuurlijk wil je graag iemand de schuld geven als het niet gaat zoals je wilt dat het gaat.
Jezelf.
Of je ouders.
Er is in dit geval alleen geen sprake van schuld.
Het is namelijk ook niet de schuld van jouw ouders.
Of van je grootouders.
Of van je overgrootouders…
En zo kun je waarschijnlijk nog vele generaties teruggaan.
Wat jouw ouders jou hebben gegeven is namelijk voor een groot deel hetzelfde als wat zij in hun kindertijd hebben gekregen en geleerd. Dat is wat zij op hun beurt weer van jouw grootouders kregen en leerden. Enzovoort. Enzovoort.
We kunnen niet doorgeven wat we zelf niet hebben ontvangen. Tenminste niet zolang we zelf tot het inzicht komen dat het moet veranderen.
Ergens in jouw familielijn, over de generaties terug, is er iets gebeurd waaruit jouw voorouders een conclusie hebben getrokken en die ze mee hebben genomen in de opvoeding van hun kinderen. Bewust of onbewust. Niet omdat ze het slecht voor hadden met hun kinderen, maar juist omdat dat op dat moment de beste oplossing of de beste manier van opvoeden leek. En vanaf dat moment werd dat generatie op generatie doorgeven.
Veel van waar jij tegen aanloopt in jouw leven is dus niet eens begonnen bij jou, maar leeft al langer in jouw familielijn.
Zit je dan voor altijd vast in je belemmerende overtuigingen en gewoontes?
Hoewel het niet jouw schuld is dat je bent zoals je bent, inclusief al jouw belemmerende overtuigingen en zelf-saboterende gewoontes, en dit zelfs niet bij jou is begonnen, betekent dit niet dat je ervan af nu voor altijd aan vast zit. En daarmee ook alle generaties na jou.
Het argument ‘Tja, zo ben ik nou eenmaal’ gaat niet op.
Jij bent misschien niet de schuldige in dit verhaal, maar het is vanaf het moment dat je je bewust wordt van jouw overtuigingen en gewoontes, wel jouw verantwoordelijkheid om hiermee aan de slag te gaan. Als je het echt wilt veranderen tenminste.
Kijk ook: Where do limiting beliefs come from?
Zo doorbreek je de cirkel
Stap 1: Word je ervan bewust dat jouw overlevingsstrategie jou niet meer helpt
Ja, ooit, in jouw kindertijd, heb jij jezelf deze overtuigingen en gewoontes aangeleerd om jezelf te beschermen.
Jezelf vertellen dat je te dom bent, beschermde je voor mogelijke aanvallen van anderen en het zorgde ervoor dat je vooral niet te veel van jezelf verwachte.
De gewoonte om nooit grenzen aan te geven, beschermde je omdat er dan niemand kwaad op je werd als zij iets deden wat jij niet wilde.
Maar het beschermt je niet langer.
Het zit je in ieder geval meer in de weg dan dat het je beschermt.
Want jezelf blijven vertellen dat je dom bent, zorgt er ook voor dat je jezelf niet uit gaat dagen om meer van het leven te maken. Om meer van jezelf en wat jij kunt te laten zien. Je bent er immers zelf al van overtuigt dat je te dom bent.
En geen grenzen aangeven, zorgt ervoor dat je andere mensen over je heen laat lopen. Je staat anderen toe om met jou te doen wat zij willen doen. Je hebt een essentiële beschermingslaag bij jezelf weggehaald.
Stap 2: Stop met jezelf de schuld geven
Hopelijk is er met het lezen van dit stuk nu bij jou het gevoel ontstaan dat het niet jouw schuld is dat je deze overtuigingen en gewoontes hebt.
Jij hebt altijd je best gedaan. Als kind heb jij je best gedaan om jezelf te beschermen en als volwassene heb je je best gedaan ondanks alle overtuigingen en gewoontes waarmee je jezelf als kind probeerde te beschermen.
In plaats van kwaad op jezelf worden omdat je bent zoals je bent, doet zoals je doet en gelooft wat je gelooft, mag je juist met dankbaarheid kijken naar hoe je jezelf hebt geprobeerd veilig te houden.
Maar niet schuldig zijn aan de oorzaak, betekent niet dat het niet jouw verantwoordelijkheid is om hier verandering in te brengen.
Niet alleen voor jezelf, maar ook voor toekomstige generaties.
Stap 3: Maak bewust andere keuzes
Je bent je nu bewust geworden van jouw overtuigingen en gewoontes. In ieder geval een deel ervan, want ik kan je nu al uit eigen ervaring vertellen, er zijn er altijd meer.
Nu je je bewust bent van deze overtuigingen en gewoontes kun je ook bewust andere keuzes maken.
Je kunt er bewust voor kiezen om, ondanks je overtuiging, toch die spannende stap te zetten en iets te doen waar je ontzettend onzeker over bent.
Je kunt er bewust voor kiezen om jouw overtuiging in twijfel te trekken. Is wat jij gelooft namelijk altijd waar? Ben jij altijd dom, onhandig, onvriendelijk, bang? Of zijn er ook situaties geweest die het tegendeel bewijzen?
Je kunt er bewust voor kiezen om een gewoonte te doorbreken. Door het een keer anders aan te pakken.
Blijf jouw belemmerende overtuigingen uitdagen
Dit lukt niet van het ene op het andere moment. Net zoals alles wat je doet, gaat dit met vallen en opstaan. Elke keer dat een overtuiging jou tegen probeert te houden of wanneer je weer in één van je vaste patronen terechtkomt, kan het zijn dat je het niet meteen ziet. Dat je je pas achteraf bedenkt ‘Ik deed het weer!’
Maar hoe meer je de intentie zet om dit te veranderen. Hoe vaker je jezelf laat zien dat die overtuiging niet klopt. En hoe vaker je een andere keuze maakt dan je normaal zou maken, hoe meer jij jouw oude patronen gaat doorbreken en nieuwe helpende strategieën aan gaat leren.
Niet alleen voor jezelf.
Maar ook voor mogelijk latere generaties.
Wij kunnen de cirkel doorbreken.