Traumaverwerking - de wond van het verloren kind

Traumaverwerking: hoe het verloren kind een grote wond achter kan laten

Was jij vroeger het kind dat zich onzichtbaar maakte?
Vroeg jij niet meer of bijna nooit om de aandacht van jouw ouders of verzorgers?
Dan heb jij waarschijnlijk de rol van het verloren kind op je genomen.

Wanneer we in een omgeving opgroeien waar liefde voorwaardelijk is en je alleen gezien wordt wanneer je je op een bepaalde manier gedraagt, dan pas je je hier als kind op aan. Je wordt het perfecte kind, de helper of de grappenmaker.

Maar wanneer die liefde helemaal sporadisch is, neem je een andere rol op je: de rol van het verloren kind.

Je had het gevoel dat je te veel was.
Dat je er vooral niet zou moeten zijn.
Dat je in de weg liep.
En dat het daarom beter was om maar helemaal nergens meer om te vragen en helemaal niet meer gezien te worden.

Herken je dit?
In dit artikel ontdek je hoe het komt dat je deze rol op je hebt genomen.
Hoe jij je als kind hebt aangepast.
Welke invloed het verloren kind ook nu nog op jouw leven heeft.
En hoe jij stappen kunt zetten om niet langer dit verloren kind te zijn.

Meer kinderen dan we doorhebben, groeien op in gezinnen waar de omgeving verre van optimaal is. In gezinnen waar sprake is van lichamelijke verwaarlozing of mishandeling. Maar ook gezinnen waar de ouders of verzorgers niet voldoende zijn afgestemd op hun kind en waar het kind te maken krijgt met emotionele verwaarlozing.

Wanneer je als kind in één van deze gezinnen opgroeit, kan het bijna niet anders dan dat je jezelf een rol aanleert, om jezelf thuis staande te kunnen houden. Om toch nog de liefde en de waardering van je ouders of verzorgers te krijgen. Ze worden het perfecte kind, de helper of de grappenmaker. Of worden het zwarte schaap.

Zelf herkende ik me in geen van die rollen. Ja, ik probeerde altijd mijn best te doen, maar kreeg daar niet per se meer liefde of waardering door. Ik was niet de helper en zeker niet de grappenmaker. Kwamen mijn uitdagingen dan wel uit mijn kindertijd? Of was het toch allemaal mijn eigen schuld? Was ik misschien gewoon raar?

Totdat ik stuitte op een rol die ik nog niet kende. De rol van het verloren kind. Het kind dat zich onzichtbaar maakt en helemaal de aandacht niet meer naar haar of hem toetrekt. Die niet meer om liefde, aandacht of waardering vraagt. Het raakte me toen ik zoveel herkenning in deze rol las. Ik was niet raar, ik wilde mezelf alleen maar beschermen. En nu mocht ik leren dat ik die bescherming niet meer zo hard nodig had.

Mogelijk heb jij dit ook ervaren en herken jij jezelf ook niet in het perfecte kind, de helper, de grappenmaker of zelfs het zwarte schaap. In dat geval zou kennismaken met het verloren kind ook jou kunnen helpen om te helen.

Zo ontstaat het verloren kind

Wanneer je jezelf herkent in het verloren kind, jezelf hiermee misschien zelfs identificeert, ben je waarschijnlijk opgegroeid in een gezin waar je weinig aandacht en liefde kreeg. Alsof er geen plaats was voor jou.

Er was weinig interesse voor jou

Jouw ouders of verzorgers tooneden bijvoorbeeld weinig interesse in jou. Wanneer je thuiskwam van school werd er geen tijd genomen om jou te laten vertellen over jouw dag. Misschien werd je zelf niet eens gevraagd hoe je dag was geweest en als dat wel het geval was, kreeg je waarschijnlijk het gevoel dat er niet echt geluisterd werd.

Ook het gevoel dat je jezelf maar moest vermaken, herken je waarschijnlijk. Al van jongs af aan werd er van je verwacht dat je in je eentje ging spelen. Dat je daarbij niet de aandacht van jouw ouders of verzorgers vroeg. Die aandacht hadden ze niet voor jou.

Zelf herinner ik me de woorden ‘Ga jezelf maar even vermaken’ als ik thuiskwam van school enorm goed. Ik kan me niet herinneren dat ze vroeger samen met mij iets gingen doen. In plaats daarvan trok ik me terug. Ging ik in mijn eentje knutselen, tekenen of ging ik boeken lezen. Maar samen iets doen was mij vreemd.

Op steun of hulp hoefde je niet te rekenen

Wanneer je ergens meezat of hulp nodig had waren jouw ouders of verzorgers onbereikbaar. Je kreeg te horen dat je dat best zelf kon of dat je het op zijn minst eerst zelf moest proberen. En in die eerst-zelf-proberen voelde je heel sterk dat je vooral je ouders niet lastig moest vallen, dus nog een keer vragen deed je ook niet.

Ook als je emotioneel steun nodig had kon je niet bij ze terecht. Ze zagen het niet wanneer je ergens mee worstelde, bagatelliseerden dit (het valt allemaal wel mee. Niet zo huilen) en/of reageerden afwijzend. Je werd bijvoorbeeld weggestuurd tot je weer een beetje afgekoeld was.

Ik kan mij bijvoorbeeld niet herinneren dat ik ooit naar mijn ouders ging als er iets aan de hand was. Als van jongs af aan had ik zo sterk het gevoel dat ze me toch niet wilden of konden helpen, dat ik het niet eens meer probeerde. Hoewel ik werd gepest en daarbij best troostende woorden of een arm om mijn schouders had kunnen gebruiken, vroeg ik hier helemaal niet om.

Dit is het huis waar een verloren kind ontstaat. Doordat er op vrijwel geen enkele manier liefde en aandacht van de ouders of verzorgers komt, besluit je als kind dat het beter is om dan maar nergens meer om te vragen. In plaats daarvan neem je een overlevingsstrategie op je: Loop vooral niet voor de voeten. Zorg ervoor dat je helemaal niet meer gezien wordt.

Wat je leerde als verloren kind

Je leerde dat de mensen van wie jij het meest afhankelijk was, jouw ouders, er niet voor jou waren.

Ja, waarschijnlijk had je alles wat je lichamelijk nodig had.

Er was een dak boven je hoofd.
Eten op tafel.
Schone kleren om aan te trekken.
Een bed om in te slapen.

Waarschijnlijk was er zelfs speelgoed.
Maar dan moest je daar wel alleen mee spelen.

Toch ontbrak er iets essentieels.
Iets wat net zo belangrijk is.
In zekere zin zelfs nog belangrijker.
Een hechte, emotionele band met jouw ouders.

Hierdoor leerde je dat je er maar beter niet kon zijn.
Je ging geloven dat je te veel was en dat je in de weg liep.
Je leerde dat er geen plaats was voor jou.
Dat je er niet toe deed.
Sterker nog, grote kans dat je zelfs ging geloven dat je geen bestaansrecht had.
Dat je er nooit had mogen zijn.

Deze boodschap heeft jou gevormd.
Het is een boodschap die je nooit had moeten krijgen.
Maar een boodschap die wel het verloren kind in jou wakker heeft gemaakt.

Je zegt ja in plaats van nee om de ander niet teleur te stellen

Dit deed je als verloren kind om jezelf veilig te voelen

Als kind heb je de liefde en de aandacht van je ouders of verzorgers nodig om je veilig te kunnen voelen. Doordat jij dit, als verloren kind, niet kreeg, ben jij jouw veiligheid daarom op andere manieren gaan zoeken.

Dit is wat jij deed:

1) Je maakte jezelf onzichtbaar

Doordat je geen positieve reacties uit jouw omgeving kreeg, maar eerder de irritatie kon voelen wanneer je wel ergens om vroeg, ben je gaan geloven dat alleen al door er te zijn, je anderen schade toebracht. Je liep in de weg. Het was beter om er helemaal niet te zijn.

En dus voelde het voor jou veiliger om je dan maar helemaal niet meer te laten zien. Om nergens meer om te vragen. Je vroeg je ouders niet meer om aandacht of hulp. Je liet niet zien wat je had gemaakt en waar je trots op was. En het liefst trok je jezelf terug op je kamer, waar je helemaal niet meer gezien kon worden. Je trok jezelf terug in je eigen wereld.

2) Je vluchtte in je eigen verbeelding

Dit terug trekken in je eigen wereld deed je mogelijk zelfs heel letterlijk. Of je deed dit door in andere verhalen te vluchten, in boeken of op TV. Want in die andere werelden of in jouw verbeelding was alles wat je in je echte leven mistte er wel. Daar kon je wel die liefde ervaren, die in het echte leven zo ver te zoeken was. Daar werd wel om jou (of om de personages in de boeken of op TV) gegeven. Zo kon je dit toch nog een beetje voelen.

Ik deed dit als kind op beide manieren. Aan de ene kant vluchtte ik echt in boeken. Daar kon ik me helemaal inleven in de hoofdpersoon. Tijdens het lezen werd ik haar en kon ik via haar een hele andere wereld ervaren. En door een tijdje in die andere wereld te blijven, hoefde ik ook een tijdje niet in mijn eigen leven te zijn, waar ik me alleen voelde.
Maar dat deed ik ook door in mijn eigen verbeelding een hele alternatieve wereld te creëren. Een wereld waar ik allemaal leuke ervaringen had. Daar werd wel om mij gegeven en werd ik wel gesteund. En, ook niet onbelangrijk, daar had ik enorm veel vriendjes en vriendinnetjes, zodat ik me nooit eenzaam hoefde te voelen. Want in het echt was ik een enorme loner.

3) Je koos ervoor om alleen te zijn

De verbinding met je ouders of verzorgers is in je kindertijd de eerste en de belangrijkste relatie die je hebt. Ze zeggen niet voor niets dat de verbinding met je ouders de spiegel is voor elke relatie die je later in je leven gaat hebben. En ja, doordat die verbinding met je ouders of verzorgers zo goed als afwezig was, vond je het ook moeilijk om die verbinding wel met anderen te maken. Hoe alleen je je ook kon voelen, je was er zo aan gewend om alleen te zijn, dat je niet wist hoe je wel dat contact met bijvoorbeeld je leeftijdsgenootjes moest zoeken.

Toen ik als kind eindelijk naar de basisschool ging, was ik er al zo aan gewend om alleen te zijn, dat ik letterlijk niet beter wist. Het gevolg daarvan was dat ik ook niet met de andere kinderen ging spelen. In plaats daarvan zat ik elke pauze in mijn eentje in de zandbak. Voelde ik me alleen? Misschien wel, maar ik was toen nog zo jong dat ik daar nu niks over durf te zeggen. Wel was het zo dat tegen de tijd dat ik eindelijk wel contact ging zoeken ik ondertussen die rare was, die niet meer geaccepteerd werd.

Maar was ik dan niet gewoon introvert? Ja, dat ook. Jij misschien ook wel. Maar dit introverte gedrag is bij het verloren kind nog sterker aanwezig dan bij iemand die introvert is. Zij sluiten zich helemaal af voor anderen, zoeken helemaal geen contact meer. Terwijl iemand die van nature meer introvert is nog steeds dat contact zal zoeken, wanneer ze daar behoefte aan hebben.

4) Je zocht verbinding op andere plaatsen

Doordat je het zo moeilijk vond om die connectie met andere mensen te maken, maar je je wel gesteund wilde voelen, ging je dit op andere plaatsen zoeken. Op plaatsen waar je niet afgewezen kon worden en je altijd volledig geaccepteerd werd: bij je speelgoed, knuffels of huisdieren. Je had bijvoorbeeld een knuffel waar je echt niet zonder kon of een huisdier wat echt je allerbeste maatje was.

Voor mij was dit onze kat, Vlekje. Al vanaf kitten waren hij en ik onafscheidelijk. Als ik thuiskwam van school, dan wachtte hij op me en als ik het moeilijk had, dan was hij het waar ik mee ging knuffelen en bij uit ging huilen.

5) Je onderdrukte jouw emoties en gevoelens

Emoties en gevoelens zijn overweldigend, zeker als kind. En doordat je hiermee bij niemand terecht kon en mogelijk zelfs de boodschap kreeg dat je niet zoveel moest voelen, ging jij jouw emoties en gevoelens onderdrukken en negeren. Ze niet voelen, tenminste niet bewust, voelde zoveel veiliger dan ze er wel laten zijn en niet weten hoe je hiermee om moet gaan.

Het verloren kind als volwassene

Natuurlijk groeide je op en werd je volwassen.
Waarschijnlijk zelfs sneller dan natuurlijk was.

Hoewel je lichamelijk misschien niks tekortkwam, stond je er emotioneel alleen voor.
Moest je het alleen opknappen. Je moest wel opgroeien, want je moest voor jezelf zorgen.

Maar hoewel je volwassen werd, betekende dit niet dat jij en het verloren kind uit elkaar gingen.

Dit verloren kind en de gevolgen die dit voor je heeft, zijn nog steeds merkbaar in jouw leven.

1. Je hebt geen gevoelens

Doordat je als kind je gevoelens zo ver weggestopt en weggedrukt hebt, heb je nooit goed om leren gaan met jouw emoties en gevoelens. Aangezien emoties voor jou als kind enorm overweldigend en bedreigend waren, was jouw zelfbescherming en overlevingsstrategie om dan maar helemaal niks te voelen.

Hierdoor lukt het je niet meer om je emoties en gevoelens op te merken en te herkennen. Vaak merk je niet eens dat je boos of verdrietig bent. Andere momenten merk je wel dat er iets knaagt, maar kun je het niet benoemen.

En daaronder… daar zit een gevoel van leegte.
Het gevoel dat er iets mist.
Dat je meer zou moeten voelen.
Dat je het leven meer, intenser zou moeten ervaren.

Want dat is wat er gebeurt wanneer je weinig emoties bewust ervaart. Je ervaart niet alleen weinig boosheid en verdriet (ook al zijn ze er onbewust wel). Je ervaart ook minder blijdschap en geluk.

2. Je isoleert jezelf

Je hebt weinig, misschien zelfs wel geen, vrienden in je leven. Die oprechte verbinding met iemand leggen, heb je immers niet geleerd. Je weet niet hoe je dit moet doen. Of hoe dit er uit zou moeten zien, zou moeten voelen, wanneer die verbinding er wel zou zijn.

Daaronder zit ook een grote onzekerheid die je ervan weerhoudt om contact met anderen te zoeken. Want doe je het wel goed? Wanneer ben je een goede vriend of vriendin? Kun je dat wel zijn? 

Je durft jezelf niet echt te laten zien, weet niet goed hoe er voor de ander te zijn en durft van de ander niets te vragen. En hoewel dit voor jou veilig voelt, houdt dit juist de echte connectie die je zoekt, tegen.

Misschien zeg je zelfs wel tegen jezelf dat je die vriendschappen helemaal niet nodig hebt.
Je doet het immers al je hele leven alleen.
Wat dat betreft ben je (ongewenst) extreem zelfvoorzienend.
Je bent ervan overtuigt dat je niemands hulp nodig hebt.

Hieronder zit dan ook een groot gebrek aan vertrouwen.
Want tegen jezelf zeggen dat je niemand nodig hebt is veiliger dan het risico lopen om afgewezen te worden. En die angst om afgewezen te worden voelt voor jou heel reëel.

Diep van binnen geloof je namelijk nog steeds dat niemand echt in jou geïnteresseerd is.
Oprecht tijd met je door wil brengen.
Er voor je wil zijn.
Dat ze niet alleen maar aandacht voor je hebben, omdat ze iets van je willen.

3. Je ervaart weinig intimiteit in je leven

Misschien heb je geen relatie.
Omdat het je niet lukt of omdat je het niet wilt.

Maar mogelijk heb je wel een relatie waar het je niet lukt om echt verbinding te maken met je partner.

Ook dit komt doordat je als kind niet hebt geleerd om echt te verbinden.
Mogelijk kreeg je hierin ook niet het goede voorbeeld, doordat jouw ouders niet alleen geen aandacht voor jou hadden, maar ook niet voor elkaar. Er was ook geen interesse en affectie tussen jouw ouders. Je hebt noch geleerd om je emotioneel noch lichamelijk te verbinden.

Emotioneel niet, doordat er niemand was om je dit te leren en je hierin te steunen.
Je hebt nooit geleerd om jouw emotionele wereld met iemand te delen.

Lichamelijk niet, doordat er thuis geen affectie was.
Je werd niet geknuffeld en je kon niet even tegen paps of mams aan kruipen. Hierdoor voelen lichamelijke aanrakingen voor jou raar en onwennig. En mogelijk heb je zelfs het gevoel dat je hier helemaal geen behoefte aan hebt.

Wat daar nog bij kan komen is dat dit mogelijk niet alleen aan jou ligt. Onbewust zoeken we namelijk vaak partners die veilig aanvoelen. En veilig is waar je al bekend mee bent: mensen die geen emotioneel of lichamelijk contact met jou zoeken.

Jouw partner zit mogelijk in hetzelfde schuitje als jij. Heeft dit ook niet geleerd als kind. Waardoor jullie nu samen dit gebrek aan emotionele en lichamelijke intimiteit in stand houden.

4. Je offert jezelf makkelijk op

Als kind kon je niet aangeven waar je behoefte aan had of wat jij graag wilde.
Er was niemand die zich daar om bekommerde.

In plaats daarvan ging je je aanpassen aan de behoeftes en de wensen van anderen.
En dat doe je nog steeds.

Enerzijds omdat je je eigen behoeftes en wensen nauwelijks nog kent.
Je hebt ze zo lang negeert dat ze alleen nog onbewust aanwezig zijn.

Anderzijds, en misschien nog wel het meeste, omdat dit jou voor jouw gevoel bestaansrecht geeft.
Als je luistert naar wat andere mensen willen, dan zijn ze blij met je.
Dan mag je er zijn.

Wat ook kan is het tegenovergestelde. Dat je jezelf volledig onbereikbaar hebt gemaakt.
Je hebt ervoor gezorgd dat niemand je überhaupt nog ergens om of voor vraagt.
Want als niemand er voor jou is, waarom zou je er dan wel voor iemand anders zijn?

Het is vast geen verrassing voor je dat beide niet helpen om die connectie, die je zo graag wilt, te maken.

5. Je voelt je nog steeds onzichtbaar

Al je hele leven voelt het alsof niemand je wil of kan zien.
Ook vandaag de dag nog niet.
Je voelt je nog steeds buitengesloten.
En dit maakt je kwaad en verdrietig.

Mogelijk voelt het zelfs alsof je heel erg je best doet om jezelf te laten zien, maar dat het nog steeds niet lukt.

Waar je je ondertussen alleen niet bewust van bent, is dat je die overlevingsstrategie van vroeger, die je jezelf als verloren kind eigen hebt gemaakt, nog steeds in stand houdt.

Je durft jezelf nog steeds niet echt te laten zien, waardoor mensen geen oprechte verbinding met je kunnen voelen en ervaren.

Niet gezien en niet gehoord worden voelen onbewust nog steeds veiliger, want…
Dan loop je niemand in de weg.
Trek je geen negatieve aandacht.
Loop je niet het risico dat je kritiek krijgt.

Dit doe je in je relaties.
In je vriendschappen.
Op je werk.
In je ondernemerschap.
Waar dan ook.

En de enige manier om hiervan af te komen is door dit te veranderen.

Jouw ja betekent zoveel meer wanneer je ook nee gaat zeggen

Helen als verloren kind

Om los (of in ieder geval losser) te komen van het verloren kind in jezelf, mag je dit deel van jezelf onder ogen komen. Met compassie voor jezelf en dit deel van jou, wat jou al zo lang probeert te beschermen.

Kijk je verleden in de ogen

Erken voor jezelf dat je dit hebt ervaren. Dat jouw verleden als kind het voor jou helaas onmogelijk heeft gemaakt om jezelf deze rol niet aan te leren. Om deze rol te gaan leven.

Voel daarbij alle woede en al het verdriet wat daaronder zit.
Want geloof me, dat zit daar.

Ook al wisten jouw ouders niet beter.
Konden ze niet beter.
Jij mag hier kwaad om zijn.

Want dit verdiende je niet.
Ook jij verdiende ouders die liefde en aandacht hadden voor jou.
En je mag het verdriet voelen dat dit er niet voor jou was.

Het was niet jouw schuld.
Het lag niet aan jou.
Je was niet te veel.

Leg de oorzaak terug waar die hoort: Bij jouw ouders die er niet voor jou konden zijn. Of ze dit nou bewust deden of niet. Je mag empathie voor ze voelen omdat ze niet beter wisten en tegelijkertijd woedend zijn.

Daarmee bedoel ik niet dat je dit ook met ze moet delen.
De kans is namelijk groot dat als ze het destijds niet konden begrijpen, ze dit nog steeds niet kunnen.

Waar het om gaat is dat je gaat zien dat het niet komt doordat er iets mis was met jou.
En dat je hier echt iets hebt gemist.

Wees er voor je innerlijke kind

En wordt voor jezelf de ouder die jij als kind al nodig had.

Wees nieuwsgierig naar wat je voelt en ervaart.
Hoe voel je je op dit moment echt?
Wat gaat er nu door je heen?
Wat doet dat met je?

Luister naar waar jij behoefte aan hebt en naar verlangt.
Wat heb jij op dit moment nodig?
Wat zou je graag willen hebben of doen?
Hoe kun je dit aan jezelf geven?

En heb compassie voor dit deel van jou.
Voor jouw innerlijke verloren kind.

Dit deel is geen zwakte.
Het heeft jou juist helpen overleven.
En nu heeft het jouw tijd en aandacht nodig om weer te kunnen ontspannen.
Wees er daarom voor jezelf.

Zie dat je er mag zijn

Jij hebt bestaansrecht.
Precies zoals je bent.
Met al jouw behoeftes. Al je verlangens.
En met al je emoties. Al je gevoelens.

Stel grenzen.
Geef aan wat je wel en niet waardeert.
Wat je wel en niet toestaat.

Als je mensen in je leven hebt die een negatieve invloed op jou hebben, wees dan duidelijk in wat je wel en niet toelaat. Het gevoel hebben dat je anders alleen bent, betekent niet dat je iedereen in je leven toe moet laten. Sta op voor jezelf.

Claim jouw plek.
Je hebt een plek in deze wereld.
En je hebt het recht om die plek in te nemen.

Om jezelf te laten zien.
Jezelf te laten horen.
Om te delen wie jij bent.

In je relaties.
In je vriendschappen
En in je werk.

Kies voor jouw geluk.
Jij hebt alle recht om jouw leven te leven zoals jij dat wil.
Je hoeft je voor niemand klein te houden.

Dus voel voor jezelf:
Wat wil jij?
Waar heb jij behoefte aan?
Waar word jij blij van?

Ga daarvoor!

Neem risico’s

Want ja, dat is hoe het zal voelen.
Je gaat namelijk stappen uit het patroon van het verloren kind.

Laat jezelf zien aan anderen om jezelf te laten zien dat je er wel mag zijn.

Zoek contact.

Niet meteen om de meeste hechte vriendschap of relatie aan te gaan. Maar om jezelf de kans te geven om die connectie te leggen en te zien wat er mogelijk is. En ja, dat gaat niet altijd in één keer goed. Omdat dit een vaardigheid is die je nog mag leren en omdat niet iedereen bij jou past. En dat ligt niet aan jou.

Stel jezelf eens deze vraag:
Wat zou ik doen, als ik geloofde dat er van mij wordt gehouden?

Doe dat.

De weg uit het verloren kind

Is een lang proces.
Een proces met vallen en opstaan.
Wees daarin mild voor jezelf.

En weet ook dat dit verloren kind altijd een deel van je zal blijven.
Jouw toevluchtsoord in onzekere tijden.

Maar nu je je daar bewust van bent, of in ieder geval begint te worden, betekent dat dat je er ook steeds vaker voor kunt kiezen om niet te reageren vanuit jouw verloren kind.

Hoe spannend ook, je kunt ervoor kiezen om jezelf wel te laten zien.
Wel te laten horen.
En die connectie wel te zoeken.

Want jij mag er zijn.
Jij hebt bestaansrecht.
Jij doet ertoe.

En je mag jouw ruimte innemen.
Jezelf laten horen en zien.
Om hulp vragen.
En verbinding maken met anderen.

Je wordt een fijner mens door ook nee te zeggen

Deel dit op social media:

Wil je nooit iets missen?

Schrijf je dan nu in, zodat je de inspiratiemails altijd direct in je mailbox ontvangt!

(Jouw gegevens zijn 100% veilig bij mij. Je kunt je hier te allen tijde voor uitschrijven.)